Pagina's

woensdag 3 december 2014

Veertig dagen zonder schaduw - Olivier Truc

Boek details:
Auteur: Olivier Truc
Titel: Veertig dagen zonder schaduw
Originele titel: Le dernier lapon
Vertaling: Martine Woudt
Verschijningsdatum: april 2014
Bladzijde: 416
Uitgeverij: Uitgeverij Signatuur
ISBN: 9056724762
Omslagfoto gemaakt door Stephen Carroll


Samenvatting:
Kautokeino, Centraal Lapland, 10 januari.
Een poolavond, ijzige kou. Morgen komt de zon weer op, die veertig dagen lang verdwenen was in de poolnacht. Een sjamanentrommel die tientallen jaren geleden verduisterd werd, komt eindelijk terug naar de plek waar hij hoort. Net voor hij geëxposeerd zal worden, wordt hij gestolen. De verdenkingen gaan van de protestantse fundamentalisten tot de Samische separatisten. De dood van een rendierhouder maakt de zaken er niet gemakkelijker op. De Lap Klemet en zijn jonge teamgenoot Nina, die vers van de politieacademie komt, zijn van de rendierpolitie en storten zich in een verontrustend onderzoek. Maar in Kautokeino houdt men niet van onrust. Ze worden teruggestuurd naar de toendra, om de eeuwige vetes tussen rendierhouders te sussen.


Olivier Truc
Olivier Truc is een Fransman en journalist sinds 1986. Hij woont in Stockholm sinds 1994 en is correspondent van de krant Le Monde en Le Point. Tevens is hij specialist met betrekking tot de Baltische landen en Scandinavië. Zijn eerste boek is de biografie van een Franse overlevende van de Goelag, L'imposteurLe dernier lapon (Veertig dagen zonder schaduw) is zijn eerste roman. Dit verhaal speelt zich af in Lapland. Het verhaal heeft alles in zich met betrekking tot Lapland. Saami, trommels, mijnen, rendieren, sjamanen, joiks, laestadianisten enz. Dit is een van de beste boeken die ik tot nu toe gelezen heb. Olivier Truc heeft kennis van hoe de Samen leven en geleefd hebben. Hoe hij aan die kennis is gekomen is te lezen in een tweetal interviews op de Scriptor en de Emotions websites.


Aan het begin van het boek is een kaart van Lapland (J.-P. Métailié en het laboratorium Géode van de universiteit Toulouse-Le Mirail) opgenomen gevolgd door een afbeelding van een Samitrommel (bron Christopher Forster en Ter Gjerde).

Het verhaal begint in 1693 in Centraal-Lapland met Aslak. Aslak is een Sami en werd achtervolgd door mannen in het zwart. Aslak verstopt een pakket, daarna kregen de mannen hem te pakken en zochten naar het verstopte pakket. Een man in het zwarte pak is dominee Noraeus, een Lutherse predikant uit Uppsala. Noraeus zou gebaseerd kunnen zijn op Israel Noraeus. Aslak werd op de brandstapel gezet en levend verbrand vanwege het aanbidden van zijn goden. Tijdens zijn laatste minuten zong hij een joik en hiermee wilde hij overdragen wat hij moest overdragen aan een jonge Sami die toevallig het tafereel heeft gezien. Na het horen van de joik wist de jonge Sami wat hij moest doen en wat na hem zijn zoon moest doen en daarna de zoon van zijn zoon.

Na de introductie begint het daadwerkelijke verhaal op maandag 10 januari 2011 om 9:30 uur in Kautokeino, Centraal Lapland. Het is een bijzondere dag van het jaar. De dag er na komt namelijk de zon weer op na veertig dagen zonder een schaduw te hebben gehad. We maken kennis met de politie-inspecteur Klemet Nango. Klemet heeft bij de recherche in Stockholm gewerkt en meegewerkt aan de Palme zaak (Groep-Palme). De Palme zaak is laatst nog behandeld in de blogpost over de theatervoorstelling van De Andersons.

Klemet werkt samen met collega Nina Nansen bij de rendierpolitie en wel bij patrouille P9. Nina werkt sinds drie maanden bij de rendierpolitie. Ze komt uit een zuidelijk dorpje aan een fjord vlakbij Stavanger. Nina was verplicht om in het hoge noorden te gaan werken. Ze was namelijk een beursstudent. De staat betaalde alles, maar je moet wel de eerste de beste aanstelling accepteren. De dorpen in het hoge noorden waren niet populair bij studenten. Nina had zelf, zoals zoveel zuiderlingen, nooit eerder een voet gezet in het hoge noorden.

De rendierpolitie moet samenwerken met de politie van Kautokeino nadat een zeer belangrijke Samitrommel is gestolen uit het museum van Juhl. De trommel heeft een belangrijke waarde voor de Samen. Het was de eerste trommel die voorgoed in Lapland zou terugkomen.Juhl is een bekende naam in Lapland. Ik heb het eerder over hun gehad in het boek Lapland van Méndez en Crottet.

We leren naast Klemet en Nina de rendierhouders Johan Henrik, Mattis Labba, Olaf Renson (tevens activist), Ailo, die bij de familie Finnman hoort en Aslak Gaupsara kennen. Aslak is een herder van de oude stempel en is de laatste op de vidda die zijn rendieren met zijn tanden castreert. Hij woont met zijn vrouw in een tent en leeft bij zijn rendieren. De Finnmans hebben duizenden rendieren op de vidda. Aan de andere kant maken we kennis met boer Karl Olsen. Karl Olsen zit bij de Vooruitgangspartij en is niet dol op Lappen. Politie-inspecteur Rolf Brattsen is nog racistischer dan Karl Olsen. Rolf is adjunct van commissaris Tor Jensen, ook wel Sheriff genoemd. Dan is er nog de oom van Klemet, Nils Ante. Hij is een van de meest getalenteerde joikzangers van de streek. Klemet had zelf nooit kunnen zingen. Hij vond zichzelf niet goed genoeg om de natuur om zich heen in woorden te beschrijven. Klemet is wel Sami, maar voelt zich geen Sami omdat zijn grootvader gestopt is met het houden van rendieren. Dan is er nog de dominee Lars Jonsson. Hij behoort tot de Lutherse sekte van de laestadianisten, net als de buurvrouw van Juhl, de 59 jarige Berit Kutsi. Berit is Samisch, maar zeer streng opgevoed met het laestadianisme. Het laestadianisme speelt een grote rol in het verhaal. Klemet is namelijk ook zo opgevoed. De invloed van Lars Levi Læstadius is duidelijk merkbaar door het hele verhaal heen. Dan kom ik toch weer bij de film Kautokeino-opprøret terecht. Hierin is goed te zien hoeveel invloed Lars Levi Læstadius had. In het boek komt het wat negatief over, maar hij heeft er wel voor gezorgd dat de Samen niet ten onder gingen aan de drank.

Dit heeft bij mij weer de interesse gewekt om het boek Fragments of Lappish Mythology zeer binnenkort te gaan lezen

Een andere persoon is de Fransman André Racagnal, die de zestig nadert. Sinds kort is hij weer terug in Lapland als geoloog voor de Franse Erts- en Mineraalbewerking en komt bodemonderzoek in de omgeving doen. André heeft jaren in Zweden gewoond en werkt zo'n tien jaar voor het Franse bedrijf. Tijdens de eerste ontmoeting in het verhaal is het gelijk duidelijk dat de Fransman niet deugd. Hij wil namelijk de net achttienjarige Lena, die in de kroeg van Kautokeino staat, neuken. Dit is duidelijk geen fijne man.

Naast de gestolen trommel wordt tot overmaat van ramp het lichaam van Mattis gevonden. Hij was neergestoken en de oren van Mattis waren afgesneden. De vader van Mattis, Anta, was sjamaan. Mattis had die gave niet en was eigenlijk een arme sloeber die een paar rendieren had en bijverdiende met het maken van trommels voor toeristen.

Dit zijn de ingrediënten voor een geweldig verhaal over discriminatie, geologie, rendieren, poollicht, goden, trommels, Sami, sjamanen etc. Olivier Truc heeft er een steengoed verhaal van gemaakt. Het was een genot om het boek te lezen, Veel was bekend en er waren ook weer een aantal nieuwe feiten die ik nog niet wist. Dit boek behoort, zoals eerder in deze blogpost geschreven, persoonlijk tot één van de beste boeken die ik gelezen heb. 

In het boek staan ontzettend veel feiten. Hieronder heb ik ze opgenomen. 
  • Het verhaal speelt zich af in januari en bij elke nieuwe dag wordt er exact aangegeven hoe laat de zon op komt en weer onder gaat. Tevens zie je hoeveel uur en minuten de zon te zien is die dag.
  • Herberg Villmarkssenter.
  • Top van de Rágesvárri,
  • Patrouilles uit Karasjok en Alta, Noorwegen, uit Enontekiö, Finland en Kiruna, Zweden.
  • Sarabande.
  • Vinmonopolet, drankhandel
  • Klemet hecht zich aan zijn ongeschonden schaduw.
  • Gumpi, combinatie van een caravan en een bouwkeet op grote glijijzers.
  • Govggecorru
  • Paul-Émile Victor, ontdekkingsreiziger.
  • De rendierpolitie is na de tweede wereldoorlog opgericht vanwege de rendierdiefstallen. De laatste twee jaar zijn er 235 gevallen die gemeld zijn.
  • De Fransman, Henry Mons (hij heeft de trommel geschonken), heeft de trommel vlak voor de tweede wereldoorlog overhandigd gekregen door een Sami.
  • Hotel Nordlys, Alta.
  • Café Han Steike, Alta.
  • Hoofdkantoor van de rendierpolitie staat in Kiruna.
  • Klemet is in Kiruna geboren. Op zijn vijftiende verhuisde het gezin naar Kautokeino.
  • Rivier Heammojávri.
  • Berg Searradas.
  • De gumpi van Johan Henrik stond boven op de Vuordnas.
  • De Sami muts met vier punten werd duivelsmuts genoemd.
  • Het Nordiskamuseum in Stockholm had interesse in de trommel van Henry Mons.
Nordiskamuseet.
  • Cafetaria Renlycka, rendiergeluk tussen Kautokeino en Alta precies bij de kruising met weg 92.
  • Knivsmed Strømeng mes.
  • Jaarlijkse bijeenkomsten laestadianisten in Lumijoki.
  • Suohpatjávri, gehucht dat negen inwoners telde, ligt een kilometer of tien buiten Kautokeino. Hier woont Nils Ante, de oom van Klemet.
  • Kareliërs vielen heel vroeger Lapland binnen en brachten een vloek met zich mee. De Sami lokten de Kareliërs naar de rand van afgrond toe. Volgens mij is dit verhaal te zien in de film Ofelas.
  • Ikea in Haparanda op de grens van Zweden en Finland. Zie ook het boek Solitude. We hebben de Ikea in Haparanda in 2013 bezocht.
  • Gordijnen voor de ramen waren bij laestadianisten verboden.
  • Eva Nilsdotter, directrice van Geologisch Instituut in Malå. Ze is 27 jaar in dienst van NGU (Noordse geologie-instituut). Een erg leuke vrouw met veel humor.
  • Beaivi, groot kruis met een ruit in het midden.
Beaivi Zon symbool (Christopher Forster)
  • Grootvader tegen Aslak boven op een berg: Die bergen hebben respect voor elkaar. Er is er niet één die hoger probeert te komen dan de andere om hem in de schaduw te zetten, of aan het oog te onttrekken, of om te zeggen dat hij mooier is. Hiervandaan kunnen we ze allemaal zien. Als je op de berg daarginds gaat staan, is het hetzelfde, dan zie je alle andere bergen om je heen.
  • Hurri Manker uit Jukkasjärvi. Bij deze naam moest ik denken aan Ernst Manker.
  • De streek Lahpoluoppal.
  • Madderakka, oermoeder, leidsvrouw. De drie dochters van Madderakka zijn Sarakka, Uksakka en Juksakka. Veel informatie over de Sami tekens is te vinden op deze website.
De cover van het boek is al een plaatje op zich. De covers van het boek in andere landen mag er ook wel zijn. Ik heb hieronder drie andere covers opgenomen.

 
    

Veertig dagen zonder schaduw is het eerste boek van Olivier Truc over Klemet en Nina. Het tweede boek Le Detroit du Loup met Klemet en Nina in de hoofdrol is pas geleden uitgekomen. Dit boek is nog niet vertaald naar het Nederlands. Het is al wel bekend dat uitgeverij Signatuur het boek niet gaat uitgeven. Welke uitgeverij het gaat uitgeven is ten tijde van het schrijven van deze blogpost niet bekend. Afwachten dus. Op dit moment is Olivier bezig met het derde deel en een vierde en vijfde deel over Klemet en Nina zijn al gepland. Ik kijk er naar uit om ze te kunnen lezen.

Recensies:
- Scriptor
- The Sword
- Trotse moeders
- Sur la route de jostein
- Leggere a lume di candela
- New York journal of books
- Viaje alrededor de una mesa
Le club des rats de biblio-net
- Emilie Pommereau
- ABC.es Cultura

Geen opmerkingen:

Een reactie posten