Pagina's

woensdag 6 december 2017

In de schemer fluit de merel - Linda Olsson

Boek details:
Auteur: Linda Olsson
Titel: In de schemer fluit de merel
Originele titel: I skymningen sjunger
Engelse titel: The Blackbird Sings at Dusk
Vertaling uit het Engels: Anne Roetman & Jacqueline Smit
Verschijningsdatum: 2017
Bladzijde: 223
Uitgeverij: Orlando
ISBN: 9789492086297


Flaptekst:
Drie eenzame mensen wonen in hetzelfde appartementengebouw in Stockholm: de depressieve Elisabeth, die zich voor alles en iedereen afsluit; Elias, een getalenteerd illustrator, die een groot geheim met zich meedraagt; en Otto, weduwnaar en voormalig eigenaar van een boekwinkel.

Een verkeerd bezorgd pakketje vormt het begin van een voorzichtige vriendschap tussen deze gekwetste mensen, waarin hun gedeelde liefde voor verhalen en literatuur hen ertoe brengt zich voor elkaar open te stellen.


De auteur:
Linda Olsson (Stockholm, 1948) studeerde rechten, waarna ze als jurist in het bankwezen werkte. Ze woonde in Zweden, Kenia, Singapore, Engeland en Japan en vestigde zich uiteindelijk in 1990 in Nieuw Zeeland. Haar debuutroman Astrid & Veronika werd in 2006 in Zweden uitgeroepen als beste roman van het jaar, en werd een internationale bestseller. Daarna volgde in 2008 het hartverscheurende en ontroerende Sonate voor Mirjam. De filmrechten van beide romans werden verkocht. Herinnering aan de liefde is haar derde roman, in 2017 gevolgd door In de schemer fluit de merel. (bron: Orlando).

Onder de pseudoniem Adam Sarafis werkte ze samen met Thomas Sainsbury aan de thriller Something is Rotten (2015).

Interviews:
- Working Writers
- Scandinavia on my mind
- Self-translation
- Bookshopblog

Hebban:
Ik mocht het boek lezen voor de Hebban leesclub. Alles over de leesclub is hier te vinden.

Het boek:
Ik weet niet wat ik liever hoor.
De schoonheid van modulaties
Of de schoonheid van evocaties,
De merel als hij fluit
Of juist daarna.
(Wallace Stevens, Dertien wijzen om naar een merel te kijken, Uitgeverij Druksel, 2012, vertaling door Paul Claes)

Het boek begint met een korte proloog waarin de sfeer direct wordt neergezet. Een kille en koude sfeer in Södermalm met StadsgardenMosebacke en de Katarinakerk.

Het is maart en in het eerste hoofdstuk maak je kennis met drieënvijftigjarige Elisabeth. Elisabeth woont sinds twee maanden in het appartement. Het appartement was een schild geworden dat haar omhulde. De koelkast en de voorraadkast raakten leeg. Wat te doen als alles op is? Alsof dat nog niet genoeg is wordt Elisabeth regelmatig bezocht door de Vrouw in het Groen. De Vrouw in het Groen deed nooit iets. Ze bleef zwijgen, wendde zich af, opgesloten in haar duistere wereld.

Op een dag bracht buurman E. Blom een pakje aan haar deur omdat deze verkeerd bezorgd was. Elisabeth heet ook Blom. Elisabeth vond dat haar buurman haar een dienst had bewezen, hoe ongewenst die ook was. Als wederdienst zette ze het boek Brieven aan een jonge dichter van Rainer Maria Rilke bij de buurman voor de deur. Voor haar was nu de schuld betaald, ze stonden quitte.

Buurman Elias Blom zag het boekje, maar hij kan niet goed lezen. Het is voor hem een moeilijke klus vanwege zijn dyslectie. Toch gaat hij op zijn eigen manier het boek lezen door tekeningen te maken. De tekeningen staan op zijn computer in de map Merel. De merel is een rode draad in het boek en duikt op verschillende manieren op.

Boven Elias woont Otto Vogel. Otto woont al vijftien jaar in het appartement. Hij was getrouwd met Eva. Na haar dood is hij nog drie jaar in het rijtjeshuis in Västertorp blijven wonen. Otto en Elias hebben een diepe vriendschap. Ze zien elkaar minstens een keer per week. Doordat Elias en Otto veel met elkaar omgaan, wordt Otto betrokken bij de tekeningen van Elias en brengt boeken de drie eenzame mensen langzaam maar zeker bij elkaar. Heerlijk om te lezen hoe dit door Linda Olsson is geschreven. Op het moment dat Elias wordt aangevallen en Elisabeth hem te hulp schiet, wordt de vriendschap tussen de drie hechter.

De drie mensen fleuren op en maken weer wat van hun leven. Het leuke is dat je dan ook wat van Stockholm meekrijgt. Zo nodigt Otto Elisabeth uit om te lunchen bij het zomercafé van de Hedvig Eleonora kerk.

Het zomercafé bij de Hedvig Eleonora kerk.
Andere plekken die aan bod komen is het eiland Ekholmen, waar Otto een keer geweest is, en de gelegenheid Fåfängan. Otto en Elisabeth lopen ook nog eens door het parkje bij het Tjärhovsplan, wandelen langs het Hammarbykanaal, lopen langs Årstaviken en lunchen bij Blå PortenDjurgården. Nog meer plekken zoals de heuvel langs de Eriksdalsbadet, het zwembad, Riddarholmen en wandelroutes van Skanstull naar Hornstull, naar Danvikstull en naar het oude centrum. Verder nog de boekhandel Götgatan en de bibliotheek Medborgplatsen.

Conclusie:
De voornaamste reden om het boek te lezen voor de Hebban leesclub was Stockholm. Ik had geen idee of het verhaal me zou bevallen. Gelukkig bleek het dat het een goed geschreven verhaal is waar je ook nog eens wat van Stockholm ziet. Romantisch met een donker randje. Hoe zijn Elisabeth, Elias en Otto in de eenzaamheid terecht gekomen en lukt het ze om eruit te komen? Ondanks het beperkt aantal bladzijden is het toch een compleet verhaal geworden dat goed in elkaar zit. Ik denk dat als je de boeken hebt gelezen die in het boek genoemd worden je nog meer diepgang krijgt in het verhaal en misschien ook het antwoord krijgt op het open einde. Het open einde laat je namelijk achter met vragen waarop geen eenduidig antwoord te geven is. Ik ben positief verrast door Linda Olsson en ben benieuwd naar haar andere boeken. (De conclusie heb ik gedeeltelijk overgenomen van mijn recensie op Hebban).

Wetenswaardigheden:
  • Dit stukje van Otto over zijn leven met Eva bleef lang bij mij hangen: Het was gewoon een feit. Zo was dat bij ons. We woonden samen in een klein huis. We aten samen. We gingen samen op vakantie. Ik hield mezelf voor dat het huwelijk zo was, dat getrouwde mensen dat deden. Als ik mezelf dat al voorhield. Ik kan me niet herinneren dat ik daar bewust over nadacht. We voegden weer een dag toe aan de eerdere dagen en noemden dat ons leven.
  • Toen Eva nog leefde, bezochten Otto en Eva elk jaar de Lentesalon bij Liljevalchs.
  • Ik zat een beetje met de leeftijd van Otto in de maag. Otto zou 72 zijn. Op bladzijde 43 staat: Een tweeënzeventigjarige die voor de deur van een onbekende vrouw rondhing. Op bladzijde 177 staat dat hij 68 jaar is en ergens anders weer dat hij bijna 73 is. Heel apart. Het scheelt bijna vijf jaar in leeftijd. Een foutje of bewust? Op Google Books staat in de Engelstalige versie van het boek dat Otto 68 jaar is en dat een nearly seventy (bijna zeventig) voor de deur van een onbekende vrouw rondhing.  
  • Otto komt oorspronkelijk uit Wenen, Oostenrijk. Volgens Otto is er een enorme kloof tussen de Oostenrijkse en de Zweedse cultuur, terwijl ze wel veel op elkaar lijken. Een mooie zin uit het boek: Als immigrant kun je de taal perfect leren en alle gewoontes en tradities overnemen, maar het zal nooit genoeg zijn. Je blijft een immigrant - generaties lang.
  • Otto geeft Elisabeth het boek De weerwolf van Aksel Sandemose.
  • Turdus merula is Latijns voor de merel.

  • Brief van Elisabeth aan Elias: Een gedeelte van Strindbergs Inferno is opgenomen in de brief: Er gebeuren in het leven dingen die zo vreselijk zijn dat de ziel weigert op dat moment de herinnering te bewaren, maar de herinnering verdwijnt niet en komt al gauw met onweerstaanbare kracht weer naar boven.
  • Elisabeth zat op de theaterschool van het Kungliga Dramatiska Teatern in Stockholm.
Recensies:
- De leesclub van alles
- Hebban
- Blije boekenwurm
- NZ Herald
- Otago Daily Times
- Noted
- Radio NZ
- The ReaderBuddyread Greet & Nathalie

2 opmerkingen: