Auteur: Bodil Hagbrink
Tekeningen: Bodil Hagbrink
Taal: Engels
Titel: Inga and the Reindeer
Oorspronkelijke titel: Hjemme på vidda
Oorspronkelijke titel: Hjemme på vidda
Vertaling: Patricia Crampton
Verschijningsdatum: 1986
Bladzijde: 59
Bladzijde: 59
ISBN: 9780416642100
Het boek:
Het kinderboek Inga and the Reindeer had ik al een aantal jaren in de boekenkast staan. Deze week zag ik het boek weer staan en het is bijna kerst dus een mooi moment om het boek te lezen en de tekeningen te bekijken. Het boek is de Engelse versie. Er is ook een vertaling in het Nederlands gemaakt met de titel Leven in Lapland, vertaald door Marianne Molenaar.
Bodil Hagbrink is op 4 september 1936 te Stockholm geboren en leeft nog steeds volgens de Noorse Wikipedia. Verschillende van haar prentenboeken tonen het leven van Noord-Samische kinderen. Hagbrink leerde de rendierhouderijcultuur kennen toen ze in 1976 enkele maanden bij een migrerende Sami-familie woonde. Op internet is er niet veel van haar te vinden, maar de DBNL website heeft wel een uitgebreide beschrijving van haar gemaakt. Het is een artikel van Noortje Geertsma-van Gijs. Het artikel over het leven van Bodil Hagbrink is best wel interessant. Ik heb daarom de tekst van het DBNL artikel hieronder overgenomen.
Als kind tekende, schilderde en knutselde ze voortdurend. Na de middelbare school studeerde ze een jaar aan de universiteit van Ohio in de Verenigde Staten en bezocht ze schilderklassen in Mexico en Stockholm. Van 1960 tot 1966 studeerde ze aan de kunstacademie te Karlsruhe in Duitsland, waar ze zich specialiseerde in schilderen en grafiek.
In 1963 reisde ze met haar studiegenoten naar Zuid-Frankrijk om enkele maanden het karakteristieke Provenaalse landschap te schilderen. Vooral door het enthousiasme van een van haar docenten werd ze sterk beïnvloed door de Franse impressionisten en Vincent van Gogh. Na haar studie keerde ze terug naar de Provence, waar ze begin jaren zeventig werkte aan haar eerste prentenboek, De kinderen van Vernette, dat in 1975 verscheen.
Van 1975 tot 1979 verbleef ze regelmatig in Noors Lapland, waar ze bevriend raakte met verschillende Samenfamilies, die ze portretteerde in De kinderen van Kautokeino en Leven in Lapland.
In het begin van de jaren tachtig reisde Bodil naar Nepal om olieverfschilderijen te maken. Daar ontmoette ze een familie in een Tibetaans vluchtelingenkamp, die onder moeilijke omstandigheden leefde. Enkele jaren later verbleef ze zeven weken lang bij deze familie om materiaal te verzamelen voor Tenzin uit Tibet.
Werk
In de informatieve prentenboeken van Bodil Hagbrink wordt onder andere over het leven van kinderen in Lapland verteld. De informatie die Bodil Hagbrink nodig heeft om haar boeken te maken, krijgt ze door de dagelijkse bezigheden van haar hoofdpersonen van nabij mee te maken. In Kautokeino, in Noors Lapland, maakte Bodil het Paasfeest van de Samen mee en ze beleefde de grote lentetrek van Kautokeino naar de Noordelijke IJszee. Deze belevenissen resulteerden in het prentenboek De kinderen van Kautokeino.
Met haar boeken heeft Bodil Hagbrink een duidelijk doel voor ogen: ze wil graag begrip scheppen voor andere culturen. En voor de mensen over wie haar boeken gaan, vindt ze het van belang dat zij hun manier van leven aan anderen kunnen laten zien. De kinderen van Kautokeino en Leven in Lapland zijn in het Samisch verschenen, zij het met een minimum aan tekst. (Er hoefde veel minder verklaard te worden.)
Hoofdpersoon in Leven in Lapland is de vijfjarige Marit-Inga, enig kind van Nilas en Ravna. Bodil Hagbrink was door de familie uitgenodigd een herfst en winter met hen op de hoogvlakte te verblijven. Daar tekende en schreef ze zoveel ze kon. Tevens nam ze deel aan het werk en leerde ze veel over het omgaan met rendieren. Leven in Lapland gaat nog wat dieper in op de gewoontes en gebruiken van de Samen dan De kinderen van Kautokeino.
In de herfst gaan Nilas, Ravna en Inga de rendieren achterna naar de grote hoogvlakte, de vidda. Inga vindt het fantastisch om te trekken en ook zonder andere kinderen vermaakt ze zich uitstekend. Ze geniet intens van dingen die ze meemaakt, zoals forellen vangen in een meertje en eten koken boven een vuurtje. Vlak voor Kerstmis wordt het herfstkamp verlaten voor het winterverblijf: een klein winterhuis op de vidda, waar ook Inga's opa en oma wonen. In januari worden de rendieren weer binnen de omheining gebracht en een aantal rendieren gaan naar het slachthuis: dat is Ravna en Nilas' bron van inkomsten voor het hele jaar.
Het verhaal wordt in een vrij zakelijke stijl verteld, maar de sfeer komt goed over door middel van de aquarellen. Tekst en illustraties vertellen veel over het dagelijkse leven van de Samen. Op de illustraties zijn grappige contrasten te zien, zoals traditionele gebruiken naast moderne sneeuwscooters. In het indrukwekkende landschap lijken de mensen soms niet groter dan poppetjes. De platen binnenshuis ademen een veilige en behaaglijke sfeer, vooral door het vele rood in de kleding.
Noortje Geertsma-van Gijs beschrijft het boek erg goed. Er is niet veel tekst aanwezig, de afbeeldingen moeten eigenlijk het verhaal vertellen en dat gebeurd bijzonder goed. Ik moet zeggen dat ik weer wat geleerd heb van de vroegere Sami levenstijl. Zo is te lezen dat Inga vijf jaar is en met elke verjaardag een rendier kalf heeft gekregen. Dit jaar krijgt ze een Gabba, een wit rendier. Inga en haar ouders Ravna en Nilas verblijven op de berg Gapperus. In het verhaal wordt bijna een compleet jaar verteld. Van de herfst tot en met de zomer. In het verhaal komen Samische woorden aan bod zoals Goatti, Rissla, Bithos, Rajd, Luovvi, Komse en Lavvu. Ze zetten tijdens de trek een kamp op in Gaeskevuobmi. Het kamp wordt later weer opgebroken. De tentpalen en de oven blijven staan voor volgend jaar. Er zijn ook vele feiten te lezen zoals het feit dat korstmos langzaam groeit. De rendieren eten korstmos. Korstmos groeit 1 millimeter per jaar en daarom hebben de rendieren grote vlaktes nodig om te grazen.
In 1963 reisde ze met haar studiegenoten naar Zuid-Frankrijk om enkele maanden het karakteristieke Provenaalse landschap te schilderen. Vooral door het enthousiasme van een van haar docenten werd ze sterk beïnvloed door de Franse impressionisten en Vincent van Gogh. Na haar studie keerde ze terug naar de Provence, waar ze begin jaren zeventig werkte aan haar eerste prentenboek, De kinderen van Vernette, dat in 1975 verscheen.
Van 1975 tot 1979 verbleef ze regelmatig in Noors Lapland, waar ze bevriend raakte met verschillende Samenfamilies, die ze portretteerde in De kinderen van Kautokeino en Leven in Lapland.
In het begin van de jaren tachtig reisde Bodil naar Nepal om olieverfschilderijen te maken. Daar ontmoette ze een familie in een Tibetaans vluchtelingenkamp, die onder moeilijke omstandigheden leefde. Enkele jaren later verbleef ze zeven weken lang bij deze familie om materiaal te verzamelen voor Tenzin uit Tibet.
Werk
In de informatieve prentenboeken van Bodil Hagbrink wordt onder andere over het leven van kinderen in Lapland verteld. De informatie die Bodil Hagbrink nodig heeft om haar boeken te maken, krijgt ze door de dagelijkse bezigheden van haar hoofdpersonen van nabij mee te maken. In Kautokeino, in Noors Lapland, maakte Bodil het Paasfeest van de Samen mee en ze beleefde de grote lentetrek van Kautokeino naar de Noordelijke IJszee. Deze belevenissen resulteerden in het prentenboek De kinderen van Kautokeino.
Met haar boeken heeft Bodil Hagbrink een duidelijk doel voor ogen: ze wil graag begrip scheppen voor andere culturen. En voor de mensen over wie haar boeken gaan, vindt ze het van belang dat zij hun manier van leven aan anderen kunnen laten zien. De kinderen van Kautokeino en Leven in Lapland zijn in het Samisch verschenen, zij het met een minimum aan tekst. (Er hoefde veel minder verklaard te worden.)
Hoofdpersoon in Leven in Lapland is de vijfjarige Marit-Inga, enig kind van Nilas en Ravna. Bodil Hagbrink was door de familie uitgenodigd een herfst en winter met hen op de hoogvlakte te verblijven. Daar tekende en schreef ze zoveel ze kon. Tevens nam ze deel aan het werk en leerde ze veel over het omgaan met rendieren. Leven in Lapland gaat nog wat dieper in op de gewoontes en gebruiken van de Samen dan De kinderen van Kautokeino.
In de herfst gaan Nilas, Ravna en Inga de rendieren achterna naar de grote hoogvlakte, de vidda. Inga vindt het fantastisch om te trekken en ook zonder andere kinderen vermaakt ze zich uitstekend. Ze geniet intens van dingen die ze meemaakt, zoals forellen vangen in een meertje en eten koken boven een vuurtje. Vlak voor Kerstmis wordt het herfstkamp verlaten voor het winterverblijf: een klein winterhuis op de vidda, waar ook Inga's opa en oma wonen. In januari worden de rendieren weer binnen de omheining gebracht en een aantal rendieren gaan naar het slachthuis: dat is Ravna en Nilas' bron van inkomsten voor het hele jaar.
Het verhaal wordt in een vrij zakelijke stijl verteld, maar de sfeer komt goed over door middel van de aquarellen. Tekst en illustraties vertellen veel over het dagelijkse leven van de Samen. Op de illustraties zijn grappige contrasten te zien, zoals traditionele gebruiken naast moderne sneeuwscooters. In het indrukwekkende landschap lijken de mensen soms niet groter dan poppetjes. De platen binnenshuis ademen een veilige en behaaglijke sfeer, vooral door het vele rood in de kleding.
Noortje Geertsma-van Gijs beschrijft het boek erg goed. Er is niet veel tekst aanwezig, de afbeeldingen moeten eigenlijk het verhaal vertellen en dat gebeurd bijzonder goed. Ik moet zeggen dat ik weer wat geleerd heb van de vroegere Sami levenstijl. Zo is te lezen dat Inga vijf jaar is en met elke verjaardag een rendier kalf heeft gekregen. Dit jaar krijgt ze een Gabba, een wit rendier. Inga en haar ouders Ravna en Nilas verblijven op de berg Gapperus. In het verhaal wordt bijna een compleet jaar verteld. Van de herfst tot en met de zomer. In het verhaal komen Samische woorden aan bod zoals Goatti, Rissla, Bithos, Rajd, Luovvi, Komse en Lavvu. Ze zetten tijdens de trek een kamp op in Gaeskevuobmi. Het kamp wordt later weer opgebroken. De tentpalen en de oven blijven staan voor volgend jaar. Er zijn ook vele feiten te lezen zoals het feit dat korstmos langzaam groeit. De rendieren eten korstmos. Korstmos groeit 1 millimeter per jaar en daarom hebben de rendieren grote vlaktes nodig om te grazen.
In de bijna zestig pagina's zijn enorm veel tekeningen te zien die een jaar uit het leven van een Sami familie goed weergeven.
Luovvi |
Komse |
Lavvu |
Hieronder twee bladvullende tekeningen uit het boek. Ze geven de sfeer erg goed weer. Het boek en ook het andere boek van Bodil Hagbrink is te reserveren bij de bibliotheek.
Wat leuk.....liefs van mij 🍀🌲🍀💕
BeantwoordenVerwijderenDank je Ria.
Verwijderen