Auteur: Torgny Lindgren
Titel: Het licht
Originele titel: Ljuset
Vertaling: Bertie van der Meij
Verschijningsdatum: 1997
Bladzijde: 293
Uitgeverij: De bezige bij
ISBN: 9023436830
Samenvatting:
Het verhaal begint als een jonge boer uit Kadis naar de stad gaat om daar de vrouw uit zijn dromen te zoeken. Omdat zij niet blijkt te bestaan, neemt hij een drachtig konijn mee terug. De boer sterft nog diezelfde dag; het konijn is besmet met de pest. Slechts zes dorpsbewoners overleven de epidemie die vervolgens in het dorp uitbreekt. En dan begint de ellende pas goed in Kadis. Want hoe moeten de bezittingen van de talloze doden verdeeld worden? Elke overlevende heeft goede gronden de nalatenschap van deze of gene op te eisen, en als hij die gronden niet heeft, verzint hij ze wel. Zo ontstaat er in Kadis een nieuwe ordening die geheel gebaseerd is op leugens en bedrog. De chaos gaat de natuurlijke orde lijken en alle wetten en vanzelfsprekendheden verkeren in volstrekte willekeur. De waarheid bestaat eenvoudigweg niet meer, en alles is mogelijk geworden. Vandaar dat er ook steeds wonderlijker gebeurtenissen gaan plaatsvinden in het dorp...
De auteur:
Torgny Lindgren (Raggsjö, 16 juni 1938) is een Zweeds schrijver. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste Zweedse schrijvers van eind twintigste, begin een-en-twintigste eeuw. Lindgren werd geboren in Västerbotten. Hij ging naar school in Umeå en studeerde geschiedenis, politicologie en aardrijkskunde in Stockholm en Uppsala. Hij debuteerde in 1965 met een dichtbundel maar brak in 1982 door met zijn roman De weg van de slang. Dit boek werd in 1986 verfilmd door Bo Widerberg. In 2006 wordt zijn roman Het licht in toneelbewerking opgevoerd door het Noord-Nederlands Toneel. (Bron: Wikipedia).
Het boek:
Het verhaal begint met het hoofdstuk 'Waar de konijnen zijn, daar blijft niets zoals het geweest is'. Het gaat over Jaspar uit Kadis (een fictieve plaats in Zweden). Jaspar was in Nordingrå op zoek naar de vrouw van zijn dromen. Helaas had hij zijn vrouw na drie dagen nog steeds niet gevonden en kocht op de terugweg in Ume een drachtig wijfjeskonijn. Ume als plaats in Zweden bestaat niet, maar het zou best Umeå kunnen zijn. Praktisch gezien kan dit eigenlijk niet, want de afstand tussen Umeå en Nordingrå is volgens Google Maps 172 kilometer. Vervolgens gaat het razendsnel want het konijn brengt de grote ziekte met zich mee en op bladzijde vijftien is Jaspar al gestorven aan de ziekte. Met Jaspar gaan er meer mensen dood in Kadis zoals Yvar de smid en priester Blasius en nog veel meer. Könik de timmerman is druk met het maken van kisten voor de doden. Eira, de vrouw van Könik, raakt verlamd. In dit hoofdstuk maak je ook kennis met Önde, de halfbroer van Jaspar en Avar en zijn dochter Ädla.
De grote ziekte, die ook wel de Toorn Gods wordt genoemd, zorgt voor dood en verderf in het dorpje. Een koopman van buitenaf komt aan in het dorpje en denkt dat bevergeil het geneesmiddel is voor de grote ziekte. Dat is het dus niet en de koopman sterft ook aan de ziekte.
Er bleven uiteindelijk zeven levenden over in Kadis: Borne (hij was de beul in Kadis), de tandeloze Bera, Ädla, Avar, Könik, Eira en Önde. Er bleven ook dieren over waaronder Pila de zeug. Pila was drachtig van de big Blasius. Blasius speelt een grote rol in het verhaal. De overlevenden gaan verder met het leven en maken onwaarschijnlijke dingen mee oftewel een onwaarschijnlijk verhaal. Omdat er geen recht en orde meer aanwezig was, wist niemand of het nu goed of slecht was. Men deed wat men deed. Degene die hier veel moeite mee had was Könik. Könik stond voor recht en orde en Önde voor toeval en wanorde. Het botste vaak tussen die twee. Zo maakte Könik bijvoorbeeld een duivel van hout. De duivel leek op Önde.
De onwaarschijnlijkheden in Kadis zijn allemaal te lezen en maakt het tot een absurd verhaal. Het was even wennen aan de schrijfstijl van Torgny Lindgren, maar je wordt redelijk snel in het onwaarschijnlijk verhaal gezogen. Hoewel, zo onwaarschijnlijk is het eigenlijk niet en het weerspiegelt de realiteit. Hoe zouden de mensen zich gedragen als er geen recht en orde meer was? Waarschijnlijk hetzelfde als de personages in dit boek. Als Kadis bezocht wordt door Nils, een afgezant van de koning die in steden als Keulen, Parijs en Bologna is geweest, lijkt alles toch nog goed te komen en worden de schuldigen berecht en de kleine vergrijpen als bagatellen afgedaan. Maar is dit wel zo? Komt het nog wel goed met Kadis? De verrassende afloop van het onwaarschijnlijke verhaal laat dit weten.
Wetenswaardigheden:
- In Kadis waren overal konijnen, wilde en tamme. Vroeger waren er geen konijnen in Kadis. Ze zijn er pas gekomen toen Jaspar met een wijfjeskonijn kwam aanzetten.
- Eigendomstekens. Önde had twee diepe inkepingen met een ondiepe kerf er dwars overheen. Borne een simpel vierkant en Könik een druppel of als je het teken van de andere kant zag, een vlam. De vrouwen hadden geen tekens.
- Lövön.
- In Kadis begonnen ze broeken te naaien van konijnenvellen nadat Könik dat gezien had na een bezoek aan Ume.
- Al het andere, zei Önde, dat heb je uit noodzaak. Maar zilver heb je enkel en alleen voor je plezier.
- Men was het besef van de tijd kwijt in Kadis. Nils kwam aan op de dag van de heilige Romuald.
- De dag van Johannes de Doper.
- Könik werd 's nachts bezocht door de mare, een kwelgeest. De ware naam van de mare is Incubus.
- Magnus, nog een dienaar van de koning, kwam aan in Kadis. Weet je wel, zei Könik tegen Magnus, dat je zo'n ontzettend lange reis gemaakt hebt dat je midden in een onwaarschijnlijk verhaal terechtgekomen bent.
- Het plaatsje Maidige. Könik zei dat de naam Maidige wel Laps zou zijn.
- Kalvudden.
- Tijdschrift terras
Recensies:
- Boekmeter
- Leestafel
- De Groene Amsterdammer
- Dizzie
- Goodreads
- Trouw
Geen opmerkingen:
Een reactie posten